Biografie: Wie was Jakob Lorber
Jakob Lorber, de bescheiden musicus…
Jakob Lorber (1800-1864) werd geboren op een boerderij in Kanischa als oudste van drie zonen. Net als zijn vader had hij aanleg voor muziek zodat hij later daarmee zijn brood verdiende, niettegenstaande hij ook een diploma van onderwijzer behaalde. Het grootste deel van zijn leven woonde hij in Graz (Oostenrijk). Hij was een niet onverdienstelijk musicus. Zo gaf hij niet alleen zang- en pianolessen, maar componeerde ook enkele muziekwerken en trad zelfs op als violist in de Scala van Milaan. Niettegenstaande dat verwierf hij slechts een bescheiden inkomen en was zelfs regelmatig aangewezen op een toegestoken hand van rijke of invloedrijke medemensen zoals de componist Anselm Hüttenbrenner en de dichter Karl Gottfried Ritter von Leitner. Deze laatste schreef een vrij beknopte maar boeiende biografie die ook in het Nederlands vertaald is. De reden voor Lorbers relatieve armoede was echter dat hij het weinige dat hij had, deelde met nog armere mensen. Deze vrijgevigheid en zijn bescheidenheid, alsook zijn drang naar God, maakte hem tot een geschikt instrument in Gods hand.
Een onverwachte wending…
Toen hij op zijn veertigste levensjaar eindelijk een aantrekkelijke job aangeboden kreeg als kapelmeester in Triëst, leek zijn leven een andere wending te nemen. Dat gebeurde ook, maar niet zoals men zou verwachten! ’s Morgens op 15 maart 1840 staat hij klaar om te vertrekken naar Triëst waar een nieuw leven hem toelacht. Tot hij plots een inwendige stem in zijn hart hoort: “Sta op, neem je pen en schrijf!” Hij gaf onmiddellijk gehoor aan deze ongewone opdracht, niet vermoedend dat hij op dat moment geroepen werd tot een taak die zijn hele verdere leven in beslag zou nemen. Hij verzaakte zelfs aan de aanlokkelijke aanbieding in Triëst en bleef verder in Graz wonen als eenvoudige musicus. In de 24 jaren die volgden, tot zijn dood, werden hem meer dan 10.000 pagina’s gedicteerd. Zo ontstond een uniek werk zo diepgaand en veelomvattend van inhoud, dat men hier met recht kan spreken van een uitzonderlijk fenomeen. Hier is niet de eenvoudige musicus uit Stiermarken aan het woord. De schat aan gegevens op praktisch elk gebied, de veelzijdige kennis en diepe wijsheid stijgen ver uit boven het gewoon menselijke kennen en kunnen.
Een nieuwe openbaring…
In het jaar 1858 schreef Lorber aan een vriend over de in hem sprekende geestelijke bron, dat hij deze ervoer als de stem van Jezus Christus, het levende Woord van God. Bij het schrijfproces was er geen sprake van zogenaamd automatisch schrift. Lorber schreef bij vol bewustzijn woord voor woord op wat hem werd gedicteerd. Zelf noemde hij zich, eenvoudig en bescheiden als hij was, ’schrijfknecht van God’. Daarmee bracht hij tot uitdrukking dat hij een schrijfopdracht uitvoerde en dat het geschrevene niet van hemzelf stamde. Maar belangrijker dan het zoeken naar bewijsvoeringen omtrent de authenticiteit van de boodschappen, is het intuïtief aanvoelen van de lezer zelf. Wie zich openstelt voor de inhoud van dit werk, zal ervan overtuigd worden dat hij te maken heeft met iets heel bijzonders: een goddelijke openbaring. Jakob Lorber zelf getuigde hiervan met de woorden: ‘Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en gewis …’ De eerste gedicteerde regels luidden: “Wie met Mij spreken wil, die kome tot Mij en Ik zal hem het antwoord in zijn hart leggen, maar slechts de reinen wier hart vol deemoed is, zullen de klank van Mijn stem vernemen. Wie aan Mij de voorkeur geeft boven al het wereldse, en Mij liefheeft als een tedere bruid haar bruidegom, met hem zal Ik arm in arm wandelen. Hij zal Mij te allen tijde aanschouwen zoals de ene broeder de andere en zoals Ik hem aanschouwde sinds eeuwigheid, nog voor hij bestond.” Dit was het begin van het 3-delige werk “De Huishouding van God”.